Vooronderzoek
Hier vind je de meest gestelde algemene vragen
-
Waaraan moet een vooronderzoek ten minste voldoen om geldig te zijn?
-
Is een vooronderzoek cf. de BRL-OCE of WSCS-OCE een geldig vooronderzoek?​
-
Moet een vooronderzoek opgesteld worden door een historicus?
-
Wat zijn de vervolgstappen na het uitvoeren van een vooronderzoek?
-
Waar haal ik de informatie of in mijn werkgebied/locatie een vooronderzoek is uitgevoerd?
-
Waarom eerst een vooronderzoek en niet direct een risicoanalyse of pragmatische opsporingsanalyse?
-
Wat is het nut van een vooronderzoek zonder risicoanalyse of pragmatisch opsporingsanalyse?
Wat is een vooronderzoek?
Een vooronderzoek is een onderzoek dat tot doel heeft om te beoordelen of er indicaties zijn dat binnen het onderzoeksgebied ontplofbare oorlogsresten (explosieven) aanwezig zijn, en zo ja, om het verdachte gebied in horizontale en verticale dimensie af te bakenen. Het vooronderzoek bestaat uit zowel het inventariseren als beoordelen (analyseren) van bronnenmateriaal. Het eindresultaat is een rapportage en een bijbehorende bodembelastingkaart.
Waaraan moet een vooronderzoek ten minste voldoen om geldig te zijn?
Voor het opstellen van een vooronderzoek conform de CS-VROO dienen minimaal de volgende bronnen te zijn geraadpleegd:
-
Literatuur
-
Gemeente en Provinciaal archief
-
Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie
-
Nationaal Archief te Den Haag
-
Semi-statisch Informatie Beheer Ministerie Defensie te Rijswijk
-
Explosieven Opruimingsdienst Defensie
-
Luchtfotocollectie Wageningen UR, Kadaster en Royal Commission on the Ancient and Historical Monuments of Scotland te Edinburgh
-
Krantenberichten
-
Nederlands Instituut voor Militaire Historie, collectie 575
-
The National Archives te Londen, gegevens aangaande luchtaanvallen door Royal Air Force
-
Bundesarchiv-Militararchiv (Freiburg)
-
Kadaster (naoorlogs kaartmateriaal)
Naast bovengenoemde verplichte bronnen kan het vooronderzoek worden aangevuld met:
-
Nederlands Instituut voor Militaire Historie, collectie 409
-
The National Archives (Londen), gegevens aangaande artilleriebeschietingen
-
National Archives and Record Administration II (NARA IIat College Park (VS))
-
Luchtfotocollectie The Aerial Reconnaissance Archives
-
Getuigenverklaringen
Waar bestaat een vooronderzoek uit?
Een vooronderzoek bestaat uit:
-
De inventarisatie van feitenmaterialen uit de verplichte (en niet-verplichte) bronnen
-
Het beoordelen en analyseren van de feiten
-
Vertaling van de beoordeling naar een conclusie en mogelijk verdacht gebied (rapportage en CE bodembelastingkaart)
Is een vooronderzoek cf. de BRL-OCE of WSCS-OCE een geldig vooronderzoek?
Het verschil tussen de BRL-OCE en WSCS-OCE is dat er een aantal bronnen zijn die bij het BRL-OCE vooronderzoek mogelijk niet zijn geraadpleegd. Daarnaast is de techniek en kennis voor het opstellen van vooronderzoek in de afgelopen jaren, sinds de invoering van het WSCS-OCE in 2012, aanzienlijk verbeterd. Sinds november 2020 is het WSCS-OCE komen te vervallen en vervangen door het CS-OOO. Het vooronderzoek is niet meer in deze regelgeving opgenomen. Als gevolg hiervan is door de branche een vrijwillig certificatieschema opgesteld, het CS-VROO. De CS-VROO verschilt op enkele punten van het WSCS-OCE. Een upgrade van het WSCS-OCE naar de CS-VROO kan leiden tot andere conclusies. Echter, een upgrade naar het CS-VROO kan niet worden verplicht, aangezien het CS-VROO een vrijwillig certificaat is.
Wie mag een vooronderzoek uitvoeren?
Iedereen mag een vooronderzoek uitvoeren. Echter is in de markt een stijgende lijn te zien dat alleen (CS-OOO of CS-VROO) gecertificeerde bedrijven worden gevraagd om vooronderzoeken uit te voeren of dat een vooronderzoek moet worden opgesteld conform de CS-VROO. Reden hiervoor is dat de kwaliteit van het vooronderzoek is gewaarborgd middels het vrijwillig certificaat CS-VROO.
Moet een vooronderzoek opgesteld worden door een historicus?
Het vrijwillige certificaat CS-VROO schrijft voor dat een vooronderzoek door een historicus met universitaire papieren wordt opgesteld. Het voordeel van een door een historicus opgesteld vooronderzoek is dat een historicus een vooropleiding heeft over de gebeurtenissen in de Tweede Wereldoorlog en de situatie tussen de gebeurtenissen beter kan analyseren.
Wat is het resultaat van een vooronderzoek?
Een vooronderzoek resulteert in een rapportage die bestaat uit:
-
de aangetroffen feiten uit de verplichte bronnen
-
optioneel: de aangetroffen feiten uit de niet-verplichte bronnen
-
de analyse van de gevonden feiten
-
optioneel: een inventarisatie/feitenkaart
-
een CE bodembelastingkaart
Uit het vooronderzoek komt naar voren of een gebied verdacht is op de mogelijke aanwezigheid van conventionele explosieven, waar deze verdachte gebieden exact liggen, welke soorten explosieven er aangetroffen kunnen worden en tot welke diepte, ten opzichte van maaiveld, de explosieven zouden kunnen voorkomen.
Wat is GIS?
GIS staat voor Geografisch Informatie Systeem en wordt gebruikt om de gegevens die in de archieven worden gevonden te verwerken op een geografisch systeem. Hierdoor wordt op een kaart duidelijk waar er tijdens de Tweede Wereldoorlog oorlogshandelingen hebben plaats gevonden. Naar aanleiding van deze feiten en de afbakeningstabel uit de WSCS-OCE wordt de afbakening van de verdachte gebieden bepaald.
​
Relevante gegevens worden toegevoegd in een projectgebonden GIS omgeving. Deze gegevens bestaan gegevens uit archieven, literatuur, kaarten en historische luchtfoto’s. De gegevens die specifieke informatie bevatten worden gedigitaliseerd waarna deze gegevens nader geanalyseerd worden. Deze analyse resulteert uiteindelijk tot een CE bodembelastingkaart.
​
Alle gegevens worden verwerkt in het Rijksdriehoek coördinatenstelsel, waardoor de exacte locatie van een historisch feit is te herleiden. Deze gegevens worden eenmalig ingevoerd en dragen bij tot de vorming van een digitaal historisch archief en zijn, ten alle tijden, beschikbaar voor toekomstige analyses. De verwerking in GIS staat garant voor de realisatie van een reële afbakening van CE verdacht gebied.
Wat is een bodembelastingkaart?
Een CE bodembelastingkaart bevat de verdachte gebieden die zijn bepaald aan de hand van de aangetroffen en geanalyseerde feiten uit het vooronderzoek. De verdachte gebieden zijn onderverdeeld in de hoofdgroepen munitie, mits deze binnen de verdachte gebieden voorkomen. Een CE bodembelastingkaart is een verplichting als onderdeel van het vooronderzoek.
Wat is een feitenkaart of inventarisatiekaart?
Een feitenkaart of inventarisatiekaart toont alle feiten van de oorlogshandelingen die zijn gevonden in de archieven die nodig waren voor het uitvoeren van het vooronderzoek. Op deze manier wordt een beeld gecreëerd van alle oorlogshandelingen die in en rond het onderzoeksgebied hebben plaats gevonden. Een feitenkaart of inventarisatiekaart is geen verplichting conform de WSCS-OCE.
Wat zijn de vervolgstappen na het uitvoeren van een vooronderzoek?
Er zijn een aantal stappen mogelijk die na het uitvoeren van een vooronderzoek (standaard conform WSCS-OCE) mogelijk zijn:
​
-
Er is geen verdacht gebied: de civieltechnische werkzaamheden kunnen regulier worden uitgevoerd
-
Indien uit het vooronderzoek blijkt dat een gebied verdacht is op de mogelijke aanwezigheid van conventionele explosieven, dan heeft de opdrachtgever de keuze om na het vooronderzoek verschillende aanvullende onderzoeken te laten uit voeren. Dit kan in de vorm van:
-
Een verdiepingsslag t.b.v. de oorlogshandelingen. Denk hierbij aan bijvoorbeeld The National Archives in Londen waar zich War Diaries en Operations Record Books van geallieerde eenheden bevinden. Daarnaast kan het WOII luchtfoto-onderzoek worden uitgebreid.
Met behulp van Daily Logs van de 2nd Tactical Air Force en Operations Record Books kan (mogelijk) worden achterhaald hoeveel vliegtuigen het bombardement hebben uitgevoerd en welk aantal en type bommen er op die bewuste datum werd afgeworpen. Deze informatie wordt hierop volgend vergeleken met op WOII luchtfoto’s waargenomen bomkraters. Zijn er evenveel bomkrater zichtbaar als dat er bommen werden afgeworpen, dan kan een gebied als zijnde onverdacht worden aangeduid. Uiteraard alleen wanneer deze bomkraters duiden op de detonatie van alle afwerpmunitie.
Een dergelijk aanvullend onderzoek heeft slechts in bepaalde gevallen meerwaarde. De noodzaak van een dergelijk aanvullend onderzoek kan pas worden bepaald, wanneer de conclusies van het vooronderzoek op basis van in de WSCS-OCE genoemde verplichte bronnen bekend zijn.
-
-
een (projectgebonden) risicoanalyse (PRA)
Een PRA wordt uitgevoerd indien de opdrachtgever een vergelijk wenst tussen de uitkomsten van het vooronderzoek en de toekomstig uit te voeren werkzaamheden, waaruit een advies voortvloeit hoe om te gaan met de mogelijk aanwezige CE en risico’s binnen het werkgebied. De PRA kan derhalve alleen worden uitgevoerd voor gebieden, waarvan specifiek bekend is welke ingrepen er in de directe toekomst gaan plaatsvinden. In de PRA wordt tevens aandacht besteedt aan de invloed-, gevaar- en uitwerkingsfactoren van de mogelijk aan te treffen explosieven binnen het onderzoeksgebied en wordt een scenariostudie gedaan op basis van de risicobeoordeling.
-
een pragmatisch opsporingsadvies (POA)
Bij het uitvoeren van een POA wordt net zoals in de PRA een vergelijk gemaakt tussen de uitkomsten van het vooronderzoek en de toekomstig uit te voeren werkzaamheden, waaruit een advies voortvloeit hoe om te gaan met de mogelijk aanwezige CE en risico’s binnen het werkgebied. In een POA wordt echter uitgegaan van een worst-case scenario aangaande de risicobeoordeling van de invloed-, gevaar- en uitwerkingsfactoren van de mogelijk aan te treffen explosieven, met dien verstande dat de opsporingswerkzaamheden die moeten worden uitgevoerd op gecontroleerde wijze worden uitgevoerd.
-
Het uitvoeren van opsporingswerkzaamheden
In sommige gevallen kan aan de hand van de toekomstige werkzaamheden al worden bepaald dat het uit voeren van een projectgebonden risicoanalyse geen meerwaarde heeft t.o.v. de uitkomsten van het vooronderzoek. Er volgt dan een advies om n.a.v. een vooronderzoek direct een veldonderzoek, in de vorm van een detectie, uit te voeren.
Waar haal ik de informatie of in mijn werkgebied/locatie een vooronderzoek is uitgevoerd?
Op de site van de Vereniging van Explosieven opsporingsbedrijven (www.explosievenopsporing.nl) is een zogenaamde bommenkaart te vinden. In tegenstelling dan dat de naam doet vermoeden zijn op deze kaart de werken zichtbaar die door de opsporingsbedrijven die lid zijn van de VEO zijn uitgevoerd. Er wordt op de kaart onderscheidt gemaakt tussen een vooronderzoek een opsporingswerkzaamheden. Bij het aanklikken van de betreffende locatie wordt het bedrijf zichtbaar dat het onderzoek heeft uitgevoerd. Door contact op te nemen met het desbetreffende bedrijf kan meer informatie worden vergaard.
Een aantal gemeenten in Nederland hebben een gemeentebreed vooronderzoek laten opstellen, waardoor bij de gemeente meer gegevens verkrijgbaar zijn over eventuele verdachte gebieden binnen uw onderzoekslocatie.
Waarom eerst een vooronderzoek en niet direct een risicoanalyse of pragmatische opsporingsanalyse?
Voor het uitvoeren van een PRA of POA is het noodzakelijk om te weten welke soort explosieven er binnen het onderzoekgebied kunnen worden aangetroffen en tot welke diepte ten opzichte van het maaiveld. Een vooronderzoek is daarom noodzakelijk om de desbetreffende informatie te verkrijgen.
Wat is het nut van een vooronderzoek zonder risicoanalyse of pragmatisch opsporings-analyse?
Het nut van een vooronderzoek is om te weten of er binnen een onderzoekslocatie aanleiding is om een gebied verdacht te verklaren op de mogelijke aanwezigheid van conventionele explosieven en tot welke diepte deze explosieven kunnen voorkomen. Het is niet altijd noodzakelijk (en zeker geen verplichting) om na een vooronderzoek een PRA of POA op te stellen. Wanneer bijvoorbeeld door middel van een vergelijk tussen de situatie tijdens WOII en de huidige situatie kan worden bepaald dat er geen veranderingen hebben plaats gevonden, heeft het opstellen van een PRA of POA geen meerwaarde.
Wat is een (contra-)indicatie?
Een indicatie betekent dat er een feit bekend is van een oorlogshandeling die leidt tot het afbakenen van een verdacht gebied binnen een onderzoekslocatie.
Een contra-indicatie betekent dat er een feit bekend is van een (naoorlogse) handeling die ervoor zorgt dat een gebied niet meer verdacht is of dat de diepte waarop de explosieven kunnen voorkomen beperkter is dan ten opzichte van het originele maaiveld (in verband met een naoorlogse afgraving bijvoorbeeld).